You are currently viewing Eetbare tuin ontwerp en ideeën

Eetbare tuin ontwerp en ideeën

Begin

Sinds de zomer van 2016 wonen we op een prachtige plek in Putten. We wilden graag een vrijstaand huis waar we makkelijk een kantoor aan huis konden maken, omdat we allebei ZZP’er zijn. 1000m2 grond zou mooi zijn. We hebben veel huizen bezocht en uiteindelijk kwamen we op de plek terecht waar we nu wonen: een nieuw huis waar weinig hoefde te gebeuren, met 4500 vierkante meter grond er omheen. Dat was heel wat meer dan we in eerste instantie in gedachten hadden. Zeker met onze niet zulke groene vingers was het een grote lap grond. Maar een eigen moestuintje, daar had ik wel zin in. En allerlei bessen, frambozen, druiven, etc, dat zag ik ook wel zitten. Eigenlijk was het voordeel dat de vorige bewoners vrijwel geen beplanting hadden, dus zo’n beetje alles was gras.

Omdat we zelf geen idee hadden, hebben we destijds een bedrijf uitgenodigd om met ons mee te denken over inrichten van de tuin. We wilden geen perfect ontwerp en ook niet dat zij de uitvoering gingen doen, maar gewoon iemand die met ons mee wilde brainstormen. We vroegen twee bedrijven mee te denken en hebben uiteindelijk voor één ontwerp gekozen. Daar kwam best een leuk ontwerp uit met vakken en een pad er doorheen enzo. Met eetbare planten en bloemenborders. Dus daar begon eigenlijk al onze eetbare tuin. Destijds deden we alles nog zo ongeveer volgens ‘het boekje’. Dus elke week maaien, onkruid weghalen, alle paardenbloemen weghalen en vooral alles zo netjes mogelijk houden. Dat zag er net na aanplanten dan ongeveer zo uit:

‘Klimfruit’: Frambozen, bramen, druiven, kiwi.
Bessen: (witte en rode) aalbessen, zwarte bessen en kruisbessen. In een maagdelijk kort gemaaid grasveld.

 

Aanleiding

We hadden een moestuintje gemaakt van ongeveer 5×5 m, om te kijken of we dat leuk vonden. Ik las wat moestuinblogs, vooral van Diana, maar ook de informatie van de vierkante meter moestuin en dergelijke. Op een gegeven moment kwam ik op een verhaal over ‘no dig’. Dat sprak mij natuurlijk wel aan: dat spitten had ik sowieso al niet gedaan en had ik ook helemaal geen zin in. En zo ging het balletje eigenlijk rollen. Ik ging steeds meer lezen over hoe je zo natuurlijk mogelijk tuiniert. Over hoe je biodiversiteit verhoogt. Over plagen, het bestrijden of voorkomen daarvan en over hoe de natuur dat zelf oplost. Halverwege dat ‘proces’ kwam ook ‘The biggest little farm‘ uit, die ik met veel plezier bekeek. Zo langzamerhand lieten we de tuin wat meer z’n gang gaan. Spitten deden we niet, maar we gebruikten compost in de moestuin. Langzaam maar zeker werd onze tuin steeds ‘natuurlijker’: minder kort gemaaid gras, meer ‘onkruid’, meer de natuur z’n gang laten gaan. Gras bleek ook helemaal niet zo makkelijk als gedacht: als je een grasveldje mooi groen en ‘onkruidvrij’ wilt houden moet je veel maaien, veel mest toevoegen en in de droge zomers van afgelopen jaren veel sproeien. Dat voelde allemaal erg onnatuurlijk.

Voedselbos en permacultuur

Zo langzamerhand vond ik en kwam er meer informatie over voedselbossen. Een voedselbos is eigenlijk een bos dat door de mens ontworpen is, waarbij rekening gehouden wordt met verschillende lagen die ook in een ‘echt’ bos aanwezig zijn, en waar dus vooral eetbare planten in staan. Het idee is dat je een gezond ecosysteem creëert met een gezond bodemleven en veel biodiversiteit. Zie bijvoorbeeld ook de website van voedselbosbouw. Hier wilden we wel mee gaan experimenteren. Het stukje waar we een voedselbos van wilden gaan maken is eigenlijk te klein: ongeveer 1000m2, of als we nog een stuk erbij trekken 2000m2. Terwijl normaalgesproken een voedselbos wel wat groter is, meestal enkele hectares. Het is meer een voedselbosrand of… nouja, geef het beestje een naam. Wij hebben het maar ‘eetbare tuin’ genoemd. Waarbij we wel de principes gebruiken van permacultuur en van voedselbossen.

We willen graag voor zover mogelijk een systeem creëren waar uiteindelijk weinig ibinput van mensen meer nodig is. De planten zorgen voor meer schaduw waardoor de grond niet zo makkelijk uitdroogt, waardoor er als alles volgroeid is als het goed is geen water hoeft te worden toegevoegd (of desnoods heel weinig). En de planten vullen elkaar aan. Een voorbeeld is het planten van knoflook / ui-achtigen bij appelbomen. Hierdoor krijgt een appelboom minder snel schurft, is het idee. Of lipbloemigen bij een perzik- of nectarineboom, waardoor bladkrulziekte wordt voorkomen. In de moestuin kan bijvoorbeeld dille of bonenkruid bij bonen worden geplant, tegen luizen. De bomen en andere planten laten hun bladeren vallen, die voedingsstoffen voor het leven in de bodem zijn, welke door het afbreken van de bladeren de bodem verbeteren. Net als in een bos. De bladeren ruimen we dan ook niet op, deze zijn zeer waardevol! Bepaald ‘onkruid’ is ook zeer waardevol. Brandnetels kunnen goed gebruikt worden voor bemesting / compost en onder andere de dagpauwoog legt zijn eitjes op brandnetels. Dus als we die weg zouden halen, halen we ook een habitat van deze vlinder weg. Brandnetels zijn een waardplant voor sommige vlinders, zoals de dagpauwoog en atalanta, die we zo graag in onze tuin zien. We willen ook niet dat het één grote brandneteltuin wordt, dus als het te erg wordt verwijderen we een deel, welke voor compost kan worden gebruikt. Brandnetels zijn namelijk een bron van zeer goede voedingsstoffen. We proberen ook zo min mogelijk de bodem te ‘beroeren’. Dat is met aanplanten lastig, maar daarna moet de bodem het vooral zelf doen.

Ontwerpen

Dus toen begon het ontwerpen van onze eetbare tuin. Twijfel had ik ook wel: moet ik niet eerst een cursus volgen? Mensen uitnodigen die er veel verstand van hebben, om een ontwerp te maken? Maar ik vond het juist ook leuk om zelf te gaan ontdekken. Dus ik heb wel heel veel gelezen en gekeken over voedselbossen en permacultuur en ben zelf begonnen met ontwerpen. Het lastige is dat op ons terrein aan de zuidrand hoge bomen staan. Normaal in een voedselbossysteem ontwerp je lagen, waarbij je aan de noordoostkant hoge bomen neerzetten die de wind tegenhouden en richting het zuiden eigenlijk steeds lagere lagen gaat aanplanten. Zo krijgt alles zon en ontstaat er een soort windluw ‘midden’. Een beetje kort door de bocht, maar ik kan hier ook weer niet het hele systeem beschrijven. Dus daar hebben we dan mee te dealen. In het ontwerp hebben we dus wel gekozen om aan de noordoostkant wat hoge struiken danwel bomen neer te zetten, zoals hazelnoot, gele kornoelje, szechuanpeper, walnoot, sering, pimpernoot. En er staan al wat eiken aan de oostkant. En dan richting het zuiden / westen steeds lagere struiken, zoals aardbeiboom, verschillende soorten rozen, hibiscus, bessen. En dan weer meer naar het zuiden / westen wat soorten die graag zon hebben, zoals kruiden, daglelie, fuchsia, campanula, kaasjeskruid, eeuwig moes, etc. In de schaduw van de zuidrand komen struiken die tegen schaduw kunnen, zoals bessen, japanse bosasperge, dropplant, oerprei, look zonder look, etc. Er stonden overigens ook al wat fruitbomen, die laten we natuurlijk staan (en gaan we waarschijnlijk ook aanvullen). In onderstaande tekening zie je ons ontwerp. Een aantal bomen waar niks bij staat stonden er al, dat zijn fruitbomen (en aan de zuidkant dus de bomenrij).

Eerste ontwerp

 

Onderstaand een satellietfoto met waar dit ontwerp dan precies op ons terrein is, zodat je je een beetje een voorstelling kunt maken:

Waar ‘ontwerp’ staat is dus waar het ontwerp van het plaatje daarboven komt. Van de klimplanten en bessen zijn de foto’s hierboven. En verder is het natuurlijk aan verandering onderhevig. Er zijn een aantal laagstam fruitbomen dood gegaan (vooral nectarine, perzik en abrikoos), en aangezien we hebben gelezen dat hoogstam bomen veel langer mee gaan, gaan we die vervangen voor een hoogstam alternatief. Dus de laagstam fruitbomen worden deels laagstam en deels hoogstam. De moestuin gaat ook wat groter worden, met niet meer groenten maar wel meer bloemen en kruiden tussen de groenten. En zo zijn er meer veranderingen, het groeit gewoon organisch mee.

Toen was daar dus het ontwerp, maar bij zoeken op internet ontdekte ik dat er een aantal invasieve exoten bij stonden. Zoals olijfwilg, appelbes en rosa rugosa (een mooie roos die je overigens heel veel aangeplant ziet worden). De Radboud Universiteit had (in samenwerking met NVWA) een rapport opgesteld (Risicobeoordeling van voedselbosbouw als introductieroute voor invasieve plantensoorten), dat ik uitvoerig heb gelezen. Ik ben alle planten langs gegaan en heb de planten die in dat document stonden en ik eigenlijk wel wilde bestellen eruit gehaald en vervangen door alternatieven. Daarna ben ik gaan kijken waar ik alle planten kon bestellen. Graag bij een kwekerij die geen bestrijdingsmiddelen gebruikt. De meeste planten komen van voedselbos.eu, Eetbaargoed en Vreeken vandaan.

Aanplanten

Vorig jaar hebben we heel veel planten aangeplant. Dat was een dagje werk, met hulp van 3 extra mensen (bedankt nog!). Gelukkig was het afgelopen jaar niet zo droog, dus de planten hebben aardig wat vocht gehad. Er zijn er een paar dood gegaan, maar dat was vooral omdat ze werden opgegeten door de slakken (de japanse bosasperge bijvoorbeeld, daar is niets van over, net als kervel en nog wat dingen). Ook hebben we veel gezaaid, maar er ligt nog voldoende zaad om het komende jaar ook weer extra te zaaien. We kwamen erachter dat ter plekke zaaien niet altijd geweldig is.

Het aanplanten hebben we gewoon tussen het gras gedaan. Daar heb ik nog steeds wel twijfels over, want het gras overgroeit soms wel wat dingen. De planten zijn soms nog zo klein en het gras zo hoog… dus her en der proberen we dat toch maar een beetje weg te halen. Van anderen op internet zag ik ook dat ze eerst een laag houtsnippers neerlegden en dan een jaar wachtten, maar 1000m2 is daar gewoon echt te groot voor. Dus we moeten het maar doen met wat we hebben.

In maart, net na het aanplanten, zag het er zo uit vanuit ons slaapkamerraam:

En nu zo:

In mei zag het er zo uit:

Afgelopen zomer zag het er zo uit, vanaf de weg gezien:

In andere blogs kun je wel wat andere foto’s zien van hoe het er in de zomer uitzag. Maar alles is nog wel erg klein dus (er is bijna niks te zien).

Bende, troep, oerwoud. Onderhoud?

En nu…. laten we, buiten dat we regelmatig nog wat aanplanten, de natuur voor een groot gedeelte z’n gang gaan. Dat levert ons wel een hoop commentaar op van voorbijgangers. Wat hebben we al vaak gehoord: “Nou, die mag ook wel wat aan de tuin doen!”, “Zo, die tuin heeft wel wat onderhoud nodig” en “Woon je in zo’n mooi huis, en dan heb je zo’n oerwoud!”. En nu… nu weet je dus waarom dat is. Het is een bewust oerwoud. We hebben bijvoorbeeld ook hopen takken liggen, waar beestjes in kunnen zitten.

En we maaien alleen een pad. De rest laten we groeien. En het helpt. We hebben het idee dat er veel meer insecten zitten dan voorgaande jaren. Ook veel meer slakken trouwens. Kikkers hadden we hier nog nooit gezien, nu zien we ze regelmatig springen. Een haas en (waarschijnlijk) das bezochten onze tuin. Eekhoorntjes zien we ook steeds vaker. En natuurlijk veel vogels. We hopen dat de overvloed aan slakken wat meer egels naar onze tuin getrokken heeft, zodat we er volgend jaar wat minder last van hebben.

En ja, het hele idee is dat ook beesten mee mogen eten uit ons voedselbos. Dat is ook het idee van permacultuur, daar kunnen ook dieren mee genieten van de overvloed. En wijzelf natuurlijk. Ondertussen heb ik wel een permacultuurcursus bij Aarde-werk de Stegge gedaan. Het is interessant om te horen hoe er naar de natuur en moestuin wordt gekeken. 3 ethische principes staan centraal: zorg voor de aarde, zorg voor de mens en eerlijk delen. En daar kan ik helemaal achter staan. Ik heb er wel wat van opgestoken en inspiratie opgedaan. Zoals de samenhang tussen wat de behoefte is van de natuur of een bepaalde plant of dier en jouw behoefte. Over dat je moet beginnen met observeren om hier achter te komen. Over meewerken met de natuur. Over multifunctionaliteit. Daar kwam bijvoorbeeld ook het idee van het karton vandaan, wat je in een andere post ook kunt zien. Hoewel ik dat op andere plekken ook al had gelezen, maar toch goed om te zien hoe het daar werd toegepast.

Overigens wil ik ook nog graag een foto delen van onze voortuin afgelopen voorjaar. Daar laten we de natuur ook een beetje z’n gang gaan, en hebben we wilde bloemen gezaaid. Dat zag er dit voorjaar zo uit:

Inmiddels is er een hoop uitgebloeid, omgewaaid, enzovoorts. We laten het uitgebloeide grotendeels staan tot in ieder geval het voorjaar, dan hebben de insecten er nog profijt van deze winter. Ofwel alles wat we doen heeft een doel. En we besteden ontzettend veel tijd in de tuin om alles voor elkaar te krijgen. Hopelijk wordt dat in de toekomst minder. Maar als er dus mensen zeggen dat er wat wel aan die tuin mag gebeuren: er gebeurt echt heel veel!

Leave a Reply