Eigenlijk heb ik vooral van alles verteld over de moestuin, maar weinig over het ‘voedselbos’ of de eetbare tuin. Terwijl dat toch wel het grootste project is.
Het idee van het ‘voedselbos’ is om daar allemaal eetbare planten in te zetten. Naast dat het natuurlijk leuk is om eetbare planten te hebben, is het ook de bedoeling dat al die planten elkaar aanvullen. Een beetje naar permacultuur idee. Elke plant heeft zijn functie. Een voedselbos heeft eigenlijk een grotere oppervlakte, daarom noem ik het maar eetbare tuin. Maar ik gebruik wel dezelfde ideeën. Ofwel ik probeer op het noorden wat hogere bomen te zetten en richting zuid de wat lagere, zodat alle planten voldoende zon krijgen en de bomen op het noorden en noordoosten de koude wind tegenhouden. Dit is trouwens maar één van de ideeën. Helaas hebben we geen ideale ligging van onze tuin, omdat er aan de zuidrand een houtsingel is met hoge bomen. Daar hebben we wel wat bomen uit gehaald op advies van Landschapsbeheer Gelderland, maar er staan weer andere bomen voor in de plaats, die vanzelf hoger groeien. Hopelijk komt de zon daar een beetje bovenuit. Maar daardoor is het ook een klein beetje schipperen. Maakt niet uit, de principes blijven hetzelfde. We proberen ook de grond zo weinig mogelijk te bewerken, de natuurlijk redelijk z’n gang te laten gaan en bomen en struiken die elkaar kunnen aanvullen bij elkaar te zetten. Zo zetten we bijvoorbeeld ui-achtigen onder een appelboom, tegen schurft. En onder een nectarine bijvoorbeeld lipbloemigen (hoewel ik net lees dat niet rankende oost-indische kers, mierikswortel en knoflook ook zouden moeten helpen). Of het echt uitmaakt weet ik niet, maar ik denk dat het vooral goed is om veel biodiversiteit in de tuin te hebben. Een lipbloemige is trouwens bijvoorbeeld tijm, rozemarijn, dovenetel, lavendel, salie, munt, bergbonenkruid, etc.
Wat we hebben gedaan is allemaal ‘hapjes’ uit het gras gehaald (van 1 – 2 spades breed) en daarin dingen geplant. Dat is op zich een leuk idee maar gras groeit best hoog en daardoor overwoekert het de boel een beetje. Sommige planten moeten wel even door groeien. Probleem is een beetje dat alle planten nog heel klein zijn. Dat was dus niet zo’n heel goede keus. Later hebben we een hele ‘patch’ gras weggehaald en daarin verschillende planten aangeplant. Dat werkte beter en is meer hoe ik het wilde.
Op de foto hierboven zie je pompoen (niet echt bedoeld voor het voedselbos want dat zouden eigenlijk meerjarige planten moeten zijn, maar vooruit), kaasjeskruid, salie, dropplant, venkel, palmkool, fuchsia, monarda, bijvoet, klaver, krulpeterselie (denk ik, heel misschien selderij), oregano. Misschien staat er wel meer, maar dat kan ik even niet zo goed zien.
Andere planten in het ‘voedselbos’:
Je ziet op een aantal foto’s (bijvoorbeeld van de munt en de rozen) dat we een klein vierkantje uit het gras hebben gehaald waar de plant in staat. En bij de asperges staat dat we er sla bij hebben gezaaid. Dat is bewust gedaan. In de natuur is er eigenlijk nooit kale grond. Dus als we daar niks zouden zaaien, dan komt er vanzelf ander ‘onkruid’ aanwaaien. Dus dat moet je dan of laten staan, of wieden. We zetten er dan liever iets bij dat we ook kunnen eten. En sla zaait zichzelf uit, dus hopelijk staat er volgend jaar weer sla als we het een beetje laten doorschieten.
Van de pronkbonen werd gezegd dat de soort die we hebben gezaaid een vaste soort is. Maar dat moeten we eerst nog maar eens zien! In ieder geval zijn de bloemen erg mooi.
Omdat we zandgrond hebben, is het belangrijk om te zorgen dat er genoeg voedingsstoffen in de grond zitten. In principe zou een dergelijk systeem zichzelf moeten kunnen onderhouden: er valt blad op de grond en daar verbetert de grond van. Maar omdat we nog weinig blad hebben, proberen we rond de planten zoveel mogelijk compost en evt mulch toe te voegen. Dit weekend hebben we weer een hele grote bult snoeiafval gekregen, dus dat kunnen we gebruiken om aan de grond ‘toe te voegen.
Nou dat was even een heel kleine introductie in de planten uit het ‘voedselbos’. Overigens zag het er in mei nog zo uit:
Je ziet rechts onderin de plek waar nu de asperges staan en alles is vooral nog gras met een paar vierkantjes eruit. De planten worden nu langzaam groter gelukkig. We merken ook dat er heel veel insecten zitten. Een sprinkhaan van 5-6 cm groot en allerlei kleinere sprinkhanen, kikkers, bijen, mieren, lieveheersbeestjes, etc. We hebben het idee dat er veel beestjes bij zijn gekomen dit jaar en daar zijn we heel blij mee (nouja, niet altijd alleen maar, maar dat hoort erbij).